Persbericht

Telefoongesprek tussen mevrouw Hadja Lahbib, minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en minister van Buitenlandse Zaken van Rwanda, de heer Vincent Biruta

Op 31 oktober 2022 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een gesprek gehad met haar Rwandese ambtgenoot, Vincent Biruta, om de situatie in het oosten van de DRC te bespreken.

Net als tijdens haar gesprek op 29 oktober met de vicepremier en de minister van Buitenlandse Zaken van de DRC deelde de minister van Buitenlandse Zaken haar diepe bezorgdheid over de hervatting van de gevechten van de afgelopen tien dagen tussen de Congolese strijdkrachten (FARDC) en de Beweging van 23 maart (M23) op het grondgebied van Rutshuru, alsmede over de hernieuwde spanningen tussen de DRC en Rwanda.

Zoals reeds meermaals vermeld, roept België alle betrokken partijen op de situatie dringend te de-escaleren, de gevechten onmiddellijk te staken en de besprekingen in het kader van de bemiddeling van Angola en het proces van Nairobi te hervatten. Voor de stabiliteit van de regio is het van essentieel belang dat elke vorm van collusie, samenwerking of gezamenlijke operatie met de verschillende gewapende groepen die in het oosten van de DRC actief zijn, onmiddellijk wordt stopgezet.

Minister Lahbib riep Rwanda op bij te dragen tot de-escalatie en alle beschikbare middelen aan te wenden om de M23 te overtuigen de gevechten onmiddellijk te staken, zich uit de veroverde gebieden terug te trekken en opnieuw een proces van ontwapening, demobilisatie en herintegratie in de gemeenschap op gang te brengen.

De burgerbevolking is zwaar getroffen door de gevechten van de afgelopen dagen en veel mensen zijn ontheemd. België herinnert aan het belang van humanitaire toegang tot de getroffen bevolkingsgroepen en van eerbiediging van het internationaal humanitair recht en betuigt zijn steun aan de onmisbare inspanningen van MONUSCO om de burgers te beschermen.

België veroordeelt ook de aanhoudende haatboodschappen en oproepen tot geweld en dringt erop aan dat dergelijke discours gericht tegen bepaalde gemeenschappen worden stopgezet.