Persbericht

Onderhoud met Huang Xia en Bintou Keita over de situatie in het gebied van de Grote Meren

Vandaag, dinsdag 19 juli, heeft de minister van Buitenlandse Zaken, Hadja Lahbib, dhr. Huang Xia, speciaal gezant van de secretaris-generaal van de VN voor het gebied van de Grote Meren, en mevrouw Bintou Keita, speciaal vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN in de Democratische Republiek Congo (DRC) en hoofd van MONUSCO, ontmoet ter gelegenheid van hun bezoek aan Europa. De bijeenkomst vond plaats in Brussel, in het Egmontpaleis.

Deze bijeenkomst toont het belang aan dat België hecht aan de regio en in het bijzonder aan de huidige situatie in het oosten van de DRC. Vandaag is de burgerbevolking het eerste slachtoffer van deze situatie. Het opnieuw oplaaien van de spanningen vormt ook een duidelijke bedreiging voor de vooruitgang die de afgelopen twee jaar in de regionale samenwerkingsdynamiek is geboekt. Ook de humanitaire situatie is bijzonder zorgwekkend. Dat is ook de reden waarom dit punt gisteren, op verzoek van ons land, in de Raad Buitenlandse Zaken werd besproken. Het is eens te meer een bewijs dat België elke gelegenheid aangrijpt om zijn Europese en internationale partners bewust te maken van deze problematiek.

Minister Lahbib maakte van deze ontmoeting gebruik om het standpunt van België in herinnering te brengen. Ons land vraagt dat de territoriale integriteit van de DRC wordt gerespecteerd en dat er onmiddellijk een einde komt aan de destructieve activiteiten en het misbruik van alle gewapende groeperingen. Er moet ook een einde komen aan het haatzaaien tegen bepaalde gemeenschappen. De minister bevestigde de steun van België aan de bemiddelingspogingen van Angola - waarvan het welslagen zal afhangen van de uitvoering van wederzijdse verbintenissen door de betrokken landen - en aan andere regionale mechanismen, zoals het proces van Nairobi.

Tot slot is België zich ten volle bewust van het cruciale moment dat de toekomstige verkiezingen, die gepland zijn voor eind 2023, inhouden voor de Congolese bevolking. De internationale gemeenschap moet alert zijn voor eventuele verzoeken om steun van de DRC om het welslagen van deze democratische oefening te waarborgen.