Ministeriële bijeenkomst van de Coalitie tegen Daesh in Rome: conclusies
Vandaag, maandag 28 juni, is vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès naar Rome, Italië, gereisd voor de ministeriële bijeenkomst van de Internationale Coalitie om Daesh te verslaan. Dit was de eerste fysieke ontmoeting in ongeveer twee jaar tijd. Ter herinnering: op 30 maart heeft België samen met de Verenigde Staten een virtuele vergadering van ministers voorgezeten. "De vernietiging van het zogenaamde kalifaat mag ons niet doen geloven dat Daesh definitief verslagen is. De terreurgroep is nog steeds zeer actief, zoals we de afgelopen maanden op het terrein hebben kunnen zien. We moeten dus waakzaam blijven. De strijd tegen het terrorisme blijft een belangrijke pijler van ons buitenlands beleid. Tijdens deze vergadering heeft België het engagement van de hele regering binnen de Coalitie herhaald: zowel op militair vlak, met de hulp van onze F-16's die worden ingezet in de operaties in Irak en Noord-Syrië; maar ook in het beleid op lange termijn om de regio te stabiliseren en de getroffen bevolkingsgroepen te ondersteunen." Verder is Sophie Wilmès verheugd over de komst van nieuwe leden binnen de Coalitie: "Hoe meer bondgenoten we binnen de coalitie hebben, hoe sterker we staan in de strijd tegen terrorisme."
De gesprekken van vandaag waren toegespitst op de situatie in Irak en Syrië. In het algemeen blijft de belangrijkste missie van de Coalitie de uitschakeling van de laatste Daesh-elementen daar.
In Irak blijft de veiligheidssituatie bijzonder zorgwekkend, gelet op de toename van het aantal aanvallen door zowel Daesh als milities die zich rechtstreeks tegen de Coalitie richten. De ministers erkenden de inspanningen van de Iraakse autoriteiten en de noodzaak om deze te blijven steunen. "De Iraakse regering en premier Kadhimi kunnen rekenen op de steun van de Coalitie en België om de veiligheidscapaciteit van het land te vergroten en het uiteindelijk te stabiliseren. In dit verband ben ik verheugd dat de uitbreiding van de NAVO-missie (NMI) afgelopen februari is goedgekeurd”, aldus Sophie Wilmès.
Wat Syrië betreft, blijft België pleiten voor meer aandacht voor de humanitaire situatie. In dit verband heeft ons land actief gepleit voor de verlenging van de resolutie van de VN-Veiligheidsraad over de grensoverschrijdende verstrekking van humanitaire hulp, die het mee heeft helpen aannemen in juni 2020.
Tot slot bespraken de ministers de kwestie van de internationale filières die Daesh tracht te versterken om zijn legitimiteit op het internationale toneel te handhaven. De Coalitie denkt na over de rol die zij zou kunnen spelen buiten haar traditionele gebied, met name in Afrika. Voor Sophie Wilmès "is de Sahel een belangrijk punt van zorg voor wat de expansiedrift van Daesh in Afrika betreft. België is voorstander van het ontwikkelen van een geïntegreerde globale aanpak in de regio, met onder meer bijstand aan onze lokale partners op militair vlak, intensievere diplomatie op het terrein en het opzetten van hulp om het lokale bestuur te verbeteren. Samenwerking met onze Sahel-partners en hun betrokkenheid bij de strategie zullen van essentieel belang zijn voor het welslagen van deze aanpak.”