Persbericht

"Europese Wijk 2030"

Op voorstel van premier Alexander De Croo en minister van Europese Zaken Hadja Lahbib heeft de federale regering vrijdag een beleidsnota "Europese Wijk 2030" aangenomen die tot doel heeft de langetermijn verankering van de Europese instellingen in Brussel en in ons land  te versterken.

 

"Sinds de lancering van het Europese project meer dan 70 jaar geleden, is Brussel de thuisbasis van de Europese instellingen en speelt het een belangrijke rol als administratieve hoofdstad van Europa. Tegenwoordig is het de belangrijkste diplomatieke stad ter wereld. We moeten deze positie versterken", legt Hadja Lahbib uit.

 

De Europese wijk speelt een belangrijke rol in de functie van gaststad Brussel en gastland België. Het is de kern van de internationale reputatie van ons land.  De economische impact van Europese en internationale instellingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest alleen al wordt geschat op minstens 5 miljard euro per jaar en een bron van 120.000 jobs. De vitaliteit van de Europese wijk en een ambitieus zetelbeleid zijn cruciaal voor een duurzame verankering in ons land. Vandaag is de  wijk in volle transformatie: de openbare ruimte wordt heringericht en vergroend. Ze geeft voorrang aan fietsers, voetgangers, cultuur, en aan gemengde gebruik, inclusief woningen. De wijk wordt ook geconfronteerd met substantiële veranderingen in het erfgoedbeheer door de Europese instellingen als gevolg van de Covid-periode. De Commissie is van plan haar activa met 50 procent te verminderen en de totale oppervlakte die ze in onze hoofdstad gebruikt met 25 procent in te krimpen. “Hoewel deze situatie potentieel een bedreiging vormt voor de toekomst van de internationale positie van onze hoofdstad, biedt ze ook belangrijke kansen om een sterkere Europese stempel te drukken op het sociale weefsel van onze hoofdstad en ons land”, aldus Hadja 

 

De Federale Regering heeft daarom beslist om, via de Federale Investeringsmaatschappij (FPIM),  en in overleg met private partners, een nieuw fonds op te richten om de gebouwen van de Europese instellingen die beschikbaar zullen komen in haar portefeuille op te nemen, te renoveren, te verduurzamen en weer op de markt te brengen voor gemengd gebruik. Dit moet de ontwikkeling van de Europese wijk in de komende jaren bevorderen en de federale overheid een extra instrument bieden om de aantrekkelijkheid en diversificatie van de Europese wijk te versterken.

 

Daarnaast blijft  het Interministerieel Comité Zetelbeleid het federaal overleg coördineren met de betrokken diensten. De belangrijkste partners zijn de Kanselarij, de FOD Buitenlandse Zaken, de FOD Binnenlandse Zaken, de FOD Financiën, de Regie der Gebouwen, Beliris en de FPIM. Op federaal niveau blijven de betrokken diensten de nodige middelen mobiliseren om te zorgen voor een vlotte en snelle uitvoering, in het licht van de bovenstaande ambities. Om de kwaliteit van de federale coördinatie te verzekeren, zal het Interministerieel Comité Zetelbeleid op recurrente basis alle betrokken federale diensten voor dit doel samenbrengen.

 

De Federale Regering stelt ook voor om een platform te creëren  voor de coördinatie van het project "Europese Wijk 2030", binnen de diensten van de eerste minister, de minister van Binnenlandse Zaken en de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in nauw overleg met de federale minister van Beliris, de federale staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen,  de federale staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid en de Brusselse staatssecretaris voor Internationale Betrekkingen. Dit samenwerkingsplatform zal gezamenlijk worden voorgezeten door de strategische beleidscellen van de premier en de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in nauw overleg met de strategische beleidscellen en de publieke instanties die bij de projecten betrokken zijn. Het zal bestaan uit gestructureerd overleg met de betrokken actoren (kabinetten en overheidsinstanties in het algemeen) op federaal, regionaal en lokaal niveau, afhankelijk van de bevoegdheden waarop de problemen betrekking hebben. De FOD Kanselarij en de Brusselse Regeringscommissaris voor Europa en Internationale Organisaties (CEOI) zullen dit platform ondersteunen.

 

Het platform "Europese Wijk 2030" zal zorgen voor een uniforme federaal-regionale communicatie met de Europese instellingen enerzijds en de bevoegde lokale overheden anderzijds. Het doel is te zorgen voor een betere uitwisseling van informatie tussen de twee niveaus die betrokken zijn bij projecten in verband met de opvang van de Europese instellingen en de ontwikkeling van de wijk, gemeenschappelijke boodschappen voor de instellingen te definiëren en een forum te bieden voor coördinatie en besluitvorming in gevallen waarin beide niveaus bevoegd zijn, met inachtneming van hun respectieve exclusieve bevoegdheden.

"We kunnen deze wens om de verankering van de Europese instellingen in Brussel te versterken alleen maar toejuichen, temeer daar België in 2030 tweehonderd jaar bestaat. Alle bestuursniveaus, alle betrokken autoriteiten, zowel federaal als regionaal, zullen in samenwerking met de Europese instellingen aan ditzelfde doel werken", besluit Hadja Lahbib.