Persbericht

Raad van de Ministers van Buitenlandse Zaken en Handel van 11 november: conclusies

Vandaag, donderdag 11 november, zijn vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Handel Sophie Wilmès en haar collega-ministers bijeen gekomen in Brussel voor een Raad Buitenlandse Zaken Handel.

WHO

Allereerst heeft de Raad de perspectieven besproken voor de Ministeriële Conferentie van de WHO, die eind deze maand van start gaat in Genève. Voor ons land is het welslagen van deze Conferentie van groot belang. Ook moet de Europese Unie een sterke, leidende rol op zich nemen, met name over de intussen 20 jaar durende onderhandelingen rond visserijsubsidies en de onderhandelingen rond Handel en Gezondheid, het WHO-antwoord op de covidcrisis. Voor België is het prioritair daarover een akkoord te bereiken – een akkoord dat globaal en alomvattend moet zijn, dus gericht op méér dan alleen intellectuele eigendom van vaccinlicenties, maar ook op het faciliteren van handel en het opschalen van de productie.

Sophie Wilmès: “Hoewel de productie van vaccins (waaronder in ons land) snel stijgt, is het gemeenschappelijke doel van wereldwijde, faire toegang tot covidvaccins nog niet bereikt. Het is daarom van groot belang dat de WHO zo goed mogelijk kan bijdragen tot een efficiënt en doelgericht antwoord op deze pandemie en op de pandemieën van de toekomst. Dat is niet alleen essentieel voor de gezondheid van miljoenen kwetsbare mensen - en in feite van de hele wereld - maar ook voor de geloofwaardigheid van de WHO, die moet kunnen aantonen dat ze een antwoord kan bieden op nieuwe uitdagingen.”

Nog een cruciaal punt voor ons land is de hervorming van de WHO. België staat volledig achter de oprichting van een werkgroep die zich zal toeleggen op de hervorming van de drie functies van de organisatie, namelijk onderhandeling, monitoring en geschillenbeslechting. Sophie Wilmès: “Die werkgroep moet op de volgende Ministeriële Conferentie al de eerste resultaten kunnen voorleggen. Het is nu dringend nodig om voortuitgang te boeken en een nieuwe dynamiek op gang te brengen binnen de WHO, die al jaren geconfronteerd wordt met vele interne uitdagingen.”

Virtuele meeting met Amerikaans Handelsgezant Katherine Tai

Dat laatste was ook de strekking van de boodschap van ons land aan de Amerikaanse Handelsgezante Katherine Tai, met wie de Raad virtueel van gedachten kon wisselen. Vicepremier Wilmès herhaalde de boodschap die ze bij de vorige drie ontmoetingen ook al overmaakte aan USTR Tai, namelijk de overtuiging dat een betere samenwerking en coördinatie tussen de VS en Europa van essentieel belang is voor de WHO, zeker in de context van de pandemie en de economische relance, maar ook daarbuiten. Sophie Wilmès: “Daarom doen we een beroep op de actieve inzet van de VS, ook als het gaat om de hoognodige hervorming van de WHO, zoals het deblokkeren van het systeem voor geschillenbeslechting, de ‘special and differential treatment’ (het regime dat toelaat aan ontwikkelingslanden om van soepelere handelsregels te kunnen genieten) en het creëren van een beter level playing field.”

Handelsrelaties met de VS

De ministers hebben zich verder ook gebogen over de handelsrelaties met Washington. Voor ons land is de eerste bijeenkomst op ministerieel niveau van de EU-VS Trade and Technology Council (TTC) eind september een positieve ontwikkeling. De TTC moet de trans-Atlantische relatie op vlak van handel en technologie verder verdiepen. België verwacht dat de activiteiten binnen de opgerichte 10 werkgroepen (onder meer rond halfgeleiders, artificiële intelligentie en 5G) spoedig resultaten opleveren.

Sophie Wilmès: “De Trade en Technology Council markeert het begin van een nieuw en positief hoofdstuk in onze handelsbetrekkingen met de VS. Ook is, na de schorsing van de invoerheffingen in het geschil Airbus-Boeing, de (zij het gedeeltelijke en tijdelijke) schorsing van de invoerheffingen op aluminium en staal een stap in de goede richting. Het is nu van essentieel belang duurzame oplossingen te vinden en onze meningsverschillen met de Verenigde Staten – één van Belgiës belangrijkste handelspartner buiten de EU – achter ons te laten. Laat ons doorgaan op de hernieuwde dynamiek van internationale samenwerking, samen de vele mondiale uitdagingen aangaan en concrete resultaten boeken.”

EU-handelsakkoorden

In Beneluxverband heeft ons land op de Raad aandacht gevraagd voor de herziening van de afspraken rond duurzaamheid in EU-handelsakkoorden. Pro memorie: sinds 2011 wordt in de vrijhandelsakkoorden van de EU telkens een hoofdstuk ‘duurzame ontwikkeling’ geïntegreerd, waarin engagementen en een samenwerkingskader worden opgenomen op vlak van sociale rechten en milieurechten.

Sophie Wilmès: “België heeft hoge verwachtingen van de herziening van de afspraken rond duurzaamheid. Ons land roept ook op tot een open, inclusief en transparant proces, waarbij de Raad bij elke fase van de herziening wordt betrokken”, aldus Sophie Wilmès. “Nieuwe vrijhandelsakkoorden moeten krachtige bepalingen bevatten over sociale en milieunormen. Handel blijft een van de krachtigste instrumenten van de EU. Het draagt bij tot de welvaart en het economisch concurrentievermogen van Europa en fungeert als een geostrategische en normatieve hefboom. Maar er moet een evenwicht worden bewaard tussen de noodzaak om ons open te stellen voor buitenlandse markten en de noodzaak om een handelsbeleid te voeren dat coherent is met ons binnenlands beleid en dat de uitdagingen van onze tijd en de verwachtingen van onze burgers reflecteert.”