Raad van de Ministers van Europese Zaken van 23 maart: conclusies
Vandaag, dinsdag 23 maart, zijn vice-eersteminister en minister van Europese Zaken Sophie Wilmès en haar collega-ministers virtueel bijeen gekomen voor een Raad Europese Zaken, om onder meer de bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders van eind deze week voor te bereiden.
Covid-19
De ministers van Europese Zaken gingen allereerst in op de Europese covid-coördinatie. In het licht van de verslechterende gezondheidssituatie in de meeste Europese landen en vaccinleveringen die nog altijd ontoereikend zijn, benadrukt vicepremier Wilmès dat de vaccinatie-uitrol versneld moet worden: “België staat volledig achter een gecoördineerde Europese aanpak in de strijd tegen COVID-19 en de nieuwe varianten daarvan. Het is van essentieel belang onze vaccinatieprogramma's te versnellen, zodat onze mensen zo snel mogelijk terug kunnen naar het normale leven. We steunen dan ook de nadruk die de afgelopen weken is gelegd op transparantie, die inderdaad van cruciaal belang is om de productie, levering en inzet van vaccins te versnellen.”
Wat de verdeling van de vaccins onder de lidstaten betreft, is er voor België geen reden om terug te komen op de evenwichtige verdeling, in verhouding tot de bevolking, waarover een consensus bestond. “België staat echter open voor het vinden van pragmatische oplossingen voor deze kwestie en voor het aanpakken van specifieke problemen. Het is in ons aller belang dat deze discussie op een serene manier gebeurt”, aldus minister Wilmès.
Tot slot bespraken de ministers van Europese Zaken ook het Digital Green Certificate, het voorstel tot vaccincertificaat dat de Commissie op 17 maart heeft gepubliceerd. Ons land beschouwt dit certificaat als een belangrijk instrument voor de terugkeer naar een Europa met vrijheid van verkeer. “België steunt dus het voorstel van de Commissie voor dit nieuwe instrument”, aldus Sophie Wilmès, “maar blijft in dezen voorzichtig, gezien er nog veel wetenschappelijke en ethische vragen moeten worden beantwoord, met name wat betreft het zogenaamde "genezings"-criterium in het certificaat. Ik begrijp de wens van sommigen om snel werk te maken van dit certificaat, maar we moeten er vooral voor zorgen dat het aan alle bezwaren tegemoet komt, ook wat betreft de eerbiediging van de individuele vrijheden en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ik herhaal ook dat zo’n certificaat niet mag leiden tot een de facto verplichting tot vaccinatie.”
Turkije
Nog ter voorbereiding van de Europese Raad bespraken de ministers van Europese Zaken de relatie EU-Turkije. De Raad erkent de positieve signalen van Turkije, dat onder meer zijn boor- en exploratieschepen heeft teruggetrokken uit de oostelijke Middellandse Zee, de bilaterale dialoog met Griekenland heeft hernomen en heeft aangekondigd de onderhandelingen inzake de Cypriotische kwestie onder auspiciën van de VN-secretaris generaal opnieuw te zullen steunen. Minister Wilmès herhaalde het standpunt dat ze gisteren al innam op de Raad Buitenlandse Zaken, namelijk dat België de verandering in de houding en de retoriek van Turkije inzake de oostelijke Middellandse Zee verwelkomt, en het van cruciaal belang is dat deze mentaliteitsverandering duurzaam blijkt en in reële verbintenissen wordt omgezet. Ze betreurt het evenwel dat Turkije in eigen land, ondanks de recente aankondiging van een hervormingspakket op vlak van mensenrechten, beslissingen neemt die in de omgekeerde richting lijken te gaan, onder meer rond politiek pluralisme en vrouwenrechten.
Conferentie over de Toekomst van Europa
Tot slot maakten de ministers van Europese Zaken ook nog de balans op van de Conferentie over de Toekomst van Europa, het initiatief van de Commissie voor een twee jaar durende conferentie waarbij burgers, civiele maatschappij en Europese instellingen als gelijke partners aan tafel zitten om het samen te hebben over Europa’s toekomst. De bedoeling is de Conferentie te lanceren op 9 mei, Europadag.