Plenaire vergadering van donderdag 25 maart 2021: mondelinge vragen
Mondelinge vragen over de reactie van China op de EU-sancties
Enkel het gesproken woord telt
Op maandag 22 maart hebben de EU-ministers van Buitenlandse Zaken gestemd over een nieuwe lijst van sancties in het kader van het EU Globaal Mensenrechten-sanctieregime opgesteld op basis - en we moeten dat in herinnering brengen - van objectieve en verifieerbare elementen en het weerspiegelt de ernstige bezorgdheid die op Europees niveau wordt gedeeld over de situatie in Xinjiang.
Met dit besluit geeft de Europese Unie een zeer duidelijke boodschap, zoals u terecht opmerkte: wij zijn niet bereid schendingen van de grondrechten te aanvaarden zonder te reageren.
Zoals u weet, heeft China gereageerd en ik ga u niet herinneren aan de vergeldingsmaatregelen, maar het is duidelijk dat onze vrijheid van meningsuiting het doelwit is, ons Parlement met zijn gekozen vertegenwoordigers, en dus het hart van onze democratie, en zoals u weet, mijnheer Cogolati, heb ik dit publiekelijk geuit in een tweet en hebben we elkaar ook aan de lijn gehad, en u hebt onze volledige steun, zowel politieke als persoonlijke steun.
Ik heb inderdaad een advies gepubliceerd en wij hebben ook de Chinese ambassadeur in Brussel ontboden om deze boodschap formeel te herhalen.
Ons standpunt is duidelijk. Mensenrechten zijn universele rechten. Zij moeten te allen tijde en overal worden gerespecteerd en beschermd.
Wij zijn vastbesloten om onze waarden te verdedigen.
Wij roepen China op een constructieve dialoog over de mensenrechten aan te gaan en escalatie te vermijden, in het belang van ons allemaal. Wij zullen de discussie met onze Europese partners uiteraard voortzetten.
De vraag wordt gesteld: wat kan er naast het nemen van sancties nog meer worden gedaan? Ik denk dat het absoluut noodzakelijk is te blijven werken aan de dialoog, hetzij bilateraal, zoals we nu doen, hetzij multilateraal, via de besprekingen die onze hoge vertegenwoordiger Borrel kan voeren met China, via de Commissie of andere instellingen. Dit blijkt ook uit mijn gesprek van deze morgen met Secretary of State Blinken over de betrekkingen met China in het bijzonder, en u zult zich herinneren dat zij dit punt ook op tafel hebben gelegd tijdens de besprekingen die zij in Anchorage hebben gevoerd.
Wij zijn niet de enigen die dit op tafel leggen. Het spreekt voor zich dat deze dialoog moet worden voortgezet, waarbij wij evenwel duidelijk moeten aangeven dat wij in staat zijn op te treden wanneer de zaken niet in de goede richting evolueren.
Wat onze investeringsovereenkomst op Europees niveau betreft, moet u weten dat er aan het eind van vorig jaar een principeakkoord was. U herinnert zich wellicht, en ik hoop dat het duidelijk werd vermeld, dat België een van de eerste landen was die in de werkgroep luidkeels heeft verklaard dat voor ons de hele kwestie van de eerbiediging van de fundamentele rechten van de werknemers absoluut als voorwaarde in dit advies moest worden opgenomen.
Zoals u weet, ondergaat deze overeenkomst een zogenaamde juridische sanering en u weet ook dat de commissie die op het niveau van het Europees Parlement met deze werkzaamheden is belast, haar werkzaamheden heeft opgeschort als reactie op de Chinese vergeldingsmaatregelen naar aanleiding van de beslissingen die wij dinsdag hebben genomen.
Wat het Belgische standpunt betreft, hadden wij ons, zoals ik al zei, reeds uitgesproken over dit onderwerp en zullen wij uiteraard blijven afwachten hoe de zaken evolueren, maar ik kan niet wegstoppen dat wat er onlangs is gebeurd, een invloed zal hebben op het standpunt dat wij zullen innemen.
Dank u wel.
Mondelinge vraag over de terugtrekking van Turkije uit de Conventie van Istanbul
Enkel het gesproken woord telt.
U had gelijk om dit aan te geven. Het betreft hier niet enkel Turkije. Geweld tegen vrouwen komt helaas wereldwijd voor en ook in ons land. Wij moeten er ook voor zorgen dat wij de nodige stappen zetten en de nodige beslissingen nemen zodat ook wij op dit gebied beter worden.
Het is ook waar dat de aanvallen op dit front toenemen. U noemde Hongarije en Polen. Dit is een waarheid die we onder ogen moeten zien. In de Europese Unie - Turkije maakt daar geen deel van uit, maar onze Poolse en Hongaarse partners wel - en dat zijn onderwerpen die ik aan het begin van de week ook heel duidelijk heb aangesneden omdat we een nogal drukke internationale agenda hadden. We hadden ook Raad Buitenlandse Zaken en Raad Europese Zaken. Ik heb onmiddellijk het woord genomen om dit aan de kaak te stellen en onze verbintenissen te herhalen.
Dus, het herhalen van de verbintenis is goed - het moet gezegd worden – maar dan moet het ook gedaan worden. Op het niveau van Buitenlandse Zaken hebben we een instrument - we hebben er verschillende, maar we hebben een instrument - namelijk de financiering via de Raad van Europa voor ondersteunende acties. Ik heb gevraagd deze acties te richten op de ondersteuning van de rechten van de vrouw, vooral in een tijd waarin andere staten besluiten deze bescherming op te heffen.
Dus wat kan er nog meer gedaan worden? U weet dat wij op het Europese niveau met Turkije aan een positieve agenda werken. Wij hebben gezegd: wij zijn bereid sancties te nemen, ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de escalatie van de spanningen in de Middellandse Zee. Wij hebben gezien dat Turkije zijn goede wil heeft getoond en dat een de-escalatie van de situatie in het Middellandse Zeegebied kan worden waargenomen. Daarom hebben wij gezegd dat het misschien deel kan uitmaken van een positieve regeling, op voorwaarde dat deze situatie permanent wordt en niet eenmalig is om sancties te vermijden, in een dynamiek waarin dit soort overwegingen ook op de agenda zullen komen en worden gezet.
Zoals u ziet ligt de bal nu in het kamp van Turkije en wij volgen dit op de voet. Dit is geen diplomatieke manier om te zeggen dat wij niets doen, integendeel, mevrouw, u kunt er zeker van zijn dat ik dit persoonlijk zeer nauwlettend opvolg.