Nieuwsbericht

Plenaire vergadering van 26 november 2020: mondelinge vragen

Mondelinge vraag over Ahmadreza Djalali

 

Alleen het gesproken woord telt. 

 

Eergisteren hebben mijn diensten verontrustende berichten over de Iraans-Zweedse arts Ahmadreza Djalali ontvangen. Het is niet de eerste keer dat er berichten circuleren over een nakende executie. Wel werden er voor het eerst concrete stappen gezet die wijzen op voorbereidingen van de uitvoering van de doodstraf. De voormalige gastprofessor rampengeneeskunde aan de Vrije Universiteit Brussel, zou zijn overgebracht naar een andere sectie van de Evin-gevangenis. Dat verontrust de familie en ons land ten zeerste. 

 

Onze gedachten gaan in deze bijzonder moeilijke omstandigheden in de eerste plaats naar Dhr. Djalali en zijn familie. Ik wil hen verzekeren dat wij de situatie van heel dichtbij opvolgen.

 

België heeft toen na zijn arrestatie opgeroepen voor een correcte rechtsgang en om hem een eerlijk proces te geven. Na zijn veroordeling waren er op Belgisch niveau verschillende contacten en pleidooien om te vermijden dat dr. Djalali werd geëxecuteerd. Zo had voormalig premier Michel een brief gestuurd ter zake aan Iraanse president Rouhani. Mijnheer Michel heeft het lot van Dr. Djalali ook ter sprake gebracht in de marge van de VN-ministeriële in New York in september 2018. Daarnaast heeft ook voormalig gezondheidsminister De Block een schrijven gestuurd naar haar Iraanse evenknie.

 

Daarnaast herhaalde ons land in zo goed als alle bilaterale contacten onze principiële houding tegen de doodstraf en pleitten we tegen de uitvoering ervan voor dr. Djalali. Toen er berichten opdoken over zijn slechte gezondheid, hebben we ook specifiek gepleit om hem de nodige medische verzorging te geven.

 

De familie van dhr. Djalali verblijft  in Zweden en dhr. Djalali heeft zelf de Zweedse nationaliteit. Het is daarom dat mijn Zweedse collega Ann Linde, minister van Buitenlandse Zaken, bij onze Iraanse ambtsgenoot mr. Zarif tijdens een telefoongesprek eergisteren aangedrongen heeft de doodstraf niet uit te voeren. Minister Ann Linde heeft hierover eveneens openlijk gecommuniceerd. Mijn kabinet heeft diezelfde dag nog contact opgenomen met de ambassadeur van Zweden in België. Het is duidelijk dat ik mijn Zweedse collega bij haar humanitaire vraag steun.

 

België verzet zich principieel tegen de doodstraf. De Europese Unie en zijn lidstaten zijn tegen de doodstraf in al zijn vormen. We roepen de EU ook op om een duidelijke boodschap over te maken aan de Iraanse autoriteiten. Gisteren hebben we de Iraanse ambassadeur gebeld en onze oproep herhaald om de doodstraf van Dr. Djalali niet uit te voeren.

Mijn diensten volgen de zaak op. Onze ambassadeur in Teheran heeft vanmiddag de zus en de advocaat van de heer Djalali ontvangen voor een onderhoud. Uit dit gesprek bleek dat de situatie ernstig is. De vrees voor een op handen zijnde executie is reëel en gegrond, aldus de zus en advocaat.   

Zoals jullie kunnen vaststellen, verontrust ons het lot van dhr. Djalali en is onderwerp van vele van onze tussenkomsten.

In de pers verschenen berichten over een mogelijk verband tussen de zaak van dr. Djalali en het proces in ons land tegen een Iraanse diplomaat. Dit proces tegen de diplomaat, die verdacht wordt van betrokkenheid bij de voorbereiding van een aanslag in de buurt van Parijs in 2018, begint morgen.

Ik wil er heel duidelijk en ondubbelzinnig aan herinneren  dat België een rechtstaat is. Het principe van de scheiding der machten is essentieel. De rechterlijke macht moet in alle onafhankelijkheid en zonder beïnvloeding van buitenaf haar werk doen.

Dat is wat er in België gebeurt en dat zal ook in de toekomst zo blijven. Dit is alles wat hierover te zeggen valt.