Persbericht

Raad van de Ministers van Buitenlandse Zaken van 24 januari: conclusies

Vandaag, maandag 24 januari, zijn vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès en haar collega-ministers bijeen gekomen in Brussel voor een Raad Buitenlandse Zaken.

Veiligheidssituatie in Europa

In het licht van de situatie aan de Oekraïense grens heeft de Raad nieuwe conclusies aangenomen over de Europese veiligheidssituatie. Daarin veroordeelt ze de Russische houding en roept op tot de-escalatie, terwijl ze zich volledig blijft scharen achter de fundamenten waarop de Europese veiligheid is gestoeld. Er wordt op EU-niveau een breed pakket sancties uitgewerkt dat dan, indien nodig, snel uitgerold zou kunnen worden.

Sophie Wilmès: “De EU-ministers van Buitenlandse Zaken sturen vandaag samen een éénduidige, krachtige boodschap: de Russische agressie is onaanvaardbaar en de prijs die Rusland zal betalen als Oekraïne wordt aangevallen, zal zeer hoog zijn. Er zijn ook fundamenten waaraan niet te tornen valt: zo zijn grenzen onaantastbaar, landen soeverein en het concept ‘invloedssfeer’ wordt niet erkend. Rusland wordt opgeroepen onmiddellijk te de-escaleren en zich te engageren in dialoog in de internationale fora.”

België verwelkomt ook het uitgebreide financiële steunpakket dat de Europese Commissie vanmiddag heeft aangekondigd.

Na hun discussie over de veiligheid in Europa, hadden de EU-ministers van Buitenlandse Zaken een onderhoud via videoconferentie met hun Amerikaanse collega van Buitenlandse Zaken, dhr Anthony Blinken. Dhr Blinken bracht onder meer verslag uit van zijn bezoek aan Oekraïne en de ontmoeting met z’n Russische homoloog, dhr Sergei Lavrov, afgelopen vrijdag in Genève en de Amerikaanse visie op de way forward.

Ons land heeft bij monde van z’n vicepremier de Verenigde Staten bedankt voor de consciëntieuze en doorgedreven consultaties tussen de VS en de EU en z’n lidstaten rond de veiligheidssituatie in Europa. Sophie Wilmès: “België is blij met het nauwe overleg en de uitstekende uitwisseling van informatie met de Amerikaanse partners. Het belang van een gezamenlijke aanpak, in een multilateraal kader, is onmogelijk te onderschatten en essentieel om de grootst mogelijke afschrikking te genereren. Eenzijdige aankondigingen en beslissingen ontwrichten ons. Samen vooruitkomen is op elk niveau een dwingende noodzaak.”

Mali

Bij de EU-ministers van Buitenlandse Zaken is er grote bezorgdheid over de aankondiging van de Malinese overgangsautoriteiten dat ze de transitieperiode (de periode zonder verkiezingen) verlengen tot 5 jaar, en de bevestiging van de aanwezigheid van de in Rusland gebaseerde privémilitie Wagner.

Sophie Wilmès: "De aankondiging dat de overgangsautoriteiten ervoor hebben gekozen de verkiezingen uit te stellen, is een rampzalig signaal. Het geeft aan dat Mali zich verwijdert van stabilisatie en democratisering.” Een bezoek van de Malinese minister Diop aan Hoog Vertegenwoordiger Borrell is gepland voor nu woensdag in Brussel. “Daar verwachten we  concrete toezeggingen en een positieve agenda. Anders is de aanname van Europese sancties onvermijdelijk. Deze ontwikkelingen in Mali, samen met het nieuws uit Burkina Faso, rechtvaardigen dat de Europese Unie de situatie in de Sahel in het algemeen hoog op haar agenda plaatst.

De discussie op de Raad werd trouwens voorafgegaan door een werkvergadering met Hoog Vertegenwoordiger Borrell en enkele betrokken landen, waaronder België.

Syrië

De Raad heeft zich tenslotte ook gebogen over de situatie Syrië, onder meer in het licht van de recente aanslagen van de afgelopen dagen, gepleegd door zogenaamde sleeper cells van IS tegen de de Al-Sina gevangenis in Hassakeh. Sophie Wilmès: “We maken ons nog steeds grote zorgen over de verslechterende veiligheidssituatie in de detentiecentra en de kampen in Noord-Oost-Syrië. De rol van de coalitie tegen Daesh blijft essentieel omdat de strijd niet eindigt met de val van het zogenaamde kalifaat."

Ook kreeg de Raad de kans van gedachten te wisselen met de VN-gezant voor Syrië, dhr Geir Pedersen, die uitweidde over de situatie en zijn “steps for steps” aanpak, namelijk demarches om een proces op gang te brengen om uit de politieke impasse te geraken.

"Ons land steunt de steps for steps aanpak van dhr Pedersen, waarbij we verwachten dat het regime in Damascus de eerste step zet. De gedachtewisselingen met de heer Pedersen waren ook een gelegenheid om de grondbeginselen van ons beleid ten aanzien van Syrië opnieuw te bevestigen, te beginnen met de weigering van normalisatie ten aanzien van het regime in Damascus zonder een politieke oplossing in lijn met Veiligheidsraadresolutie 2254. Wij blijven de burgerbevolking met humanitaire hulp steunen. Bijdragen aan de reconstructie van het land zal pas mogelijk zijn als het regime een geloofwaardige politieke transitie inzet, waarbij alle geledingen van de Syrische natie worden betrokken”, aldus Sophie Wilmès.