Persbericht

NAVO-ministeriële: conclusies

De vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Sophie Wilmès, heeft deelgenomen aan de ministeriële vergadering van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) in Brussel. Het doel van deze zitting was de transatlantische band en de waarden die ons verenigen opnieuw te bevestigen. Het was de eerste keer dat de nieuwe Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, deelnam aan een NAVO-bijeenkomst. Voor Sophie Wilmès was "Dhr Blinkens boodschap heel duidelijk wat de bereidheid betreft van de Verenigde Staten om de banden met hun partners binnen de NAVO aan te halen. Dit is een engagement dat België zeer positief onthaalt. Het belooft veel goeds voor de debatten die komen. We zijn ervan overtuigd dat het Bondgenootschap, ook al moet het met zijn tijd meegaan, de hoeksteen blijft van de verdediging en de bescherming van Europa, en we zijn eraan gehecht. "

De vice-eersteminister en de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken zullen de bilaterale betrekkingen tussen België en de Verenigde Staten en andere actuele dossiers morgenochtend, donderdag 25 maart, bespreken tijdens een werkvergadering in het Egmontpaleis.

 

Dinsdag 23 maart: Afghanistan en de toekomst van de NAVO

Tijdens deze zitting, die gewijd was aan het zuidelijk nabuurschap van de alliantie, hebben de ministers van Buitenlandse Zaken gesproken over Afghanistan en de recente diplomatieke inspanningen om het vredesproces nieuw leven in te blazen, en over de toekomst van de Resolute Support Mission (RSM) van de NAVO. België is sinds 2001 samen met zijn bondgenoten actief in Afghanistan. Iets minder dan honderd Belgen zijn momenteel ingezet op het terrein. Het Belgische optreden is gebaseerd op een globale aanpak, waarbij zowel de militaire en diplomatieke dimensies als de humanitaire en ontwikkelingssteun aan het land worden gecombineerd. "België heeft zijn oproep herhaald voor een coherente en op overleg gebaseerde aanpak onder bondgenoten voor wat onze aanwezigheid in Afghanistan betreft en onze toekomstige beslissingen in dit verband. Anders lopen we het risico de verworvenheden van de afgelopen jaren in gevaar te brengen, ten koste van de internationale veiligheid, maar ook ten koste van de Afghaanse bevolking, en dan denk ik vooral aan vrouwen en kinderen. De gesprekken met onze bondgenoten zullen in de komende weken worden voortgezet om de strategie en de toekomst van onze missie in Afghanistan te bepalen”, legde Sophie Wilmès uit.

De ministers hebben ook van gedachten gewisseld over “NATO 2030”, de reflectie over de toekomst van het Bondgenootschap. Pro memorie: vorig jaar is een groep van deskundigen aangesteld om aanbevelingen te doen over de versterking van de politieke rol van de NAVO, over de interne cohesie van het Bondgenootschap en over de versterking van het overleg en de coördinatie tussen de bondgenoten. Hun eindverslag is besproken tijdens de ministeriële bijeenkomst van december 2020. Dinsdag presenteerde de secretaris-generaal op basis van dit rapport een reeks voorstellen voor de modernisering van het Bondgenootschap, die uiteindelijk aan de staatshoofden en regeringsleiders zullen worden voorgelegd tijdens de NAVO-top van 2021. De vicepremier is verheugd over het verrichte werk: "We gaan de goede richting uit, ook al moeten we de voorstellen die op tafel liggen nog nader uitwerken voordat ze aan de staatshoofden en regeringsleiders worden voorgelegd, met name wat de politieke, operationele en budgettaire implicaties betreft. België zou graag zien dat hierover vóór de top een nieuwe ministeriële bijeenkomst wordt gehouden." Wat de inhoud van de aanbevelingen betreft, benadrukte België de noodzaak om de oorspronkelijke en belangrijkste functie van het Bondgenootschap op het gebied van de verdediging en de veiligheid van de Euro-Atlantische ruimte niet te verliezen, ook al is het van essentieel belang om zich aan te passen aan nieuwe geo-politieke en technologische dreigingen. Ons land heeft ook nogmaals benadrukt dat de samenwerking tussen de Europese Unie en de NAVO moet worden verdiept, waarbij niet uit het oog mag worden verloren dat de NAVO geen normatief forum is.

 

Woensdag 24 maart: Rusland

In aanwezigheid van de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de heer Josep Borrell, en de ministers van Buitenlandse Zaken van Zweden en Finland, werden tijdens de derde sessie van de ministeriële de betrekkingen van de NAVO met Rusland besproken. Er werd veel bezorgdheid geuit over de wat de “agressieve houding” van Rusland werd genoemd, die dan ook een grote uitdaging vormt voor de collectieve veiligheid van de leden van het Bondgenootschap. Op dit moment hebben alle middelen en inspanningen op vlak van dialoog maar ook van sancties, de bakens nog niet kunnen verzetten. "Dit betekent niet dat we van deze tweeledige aanpak moeten afstappen", waarschuwt Sophie Wilmès. "De dialoog moet worden voortgezet, maar onze boodschap moet vastberaden zijn en erop gericht zijn een einde te maken aan de desinformatie en de destabiliserende houding  van Moskou. We moeten proberen terug te keren naar een positieve agenda.” België was verheugd over het akkoord dat de Verenigde Staten en Rusland hebben bereikt over de verlenging van het New Start Verdrag. Voor Sophie Wilmès "is het ook een teken dat we ons op het wereldtoneel opnieuw moeten engageren voor veiligheid, vooral vanuit het oogpunt van wapenbeheersing en non-proliferatie."