Persbericht

Raad van de Ministers van Buitenlandse Zaken van 17 oktober: conclusies

Oekraïne

De ministers van Buitenlandse Zaken van de EU hebben tijdens hun bijeenkomst in Luxemburg opnieuw de situatie in Oekraïne besproken, in aanwezigheid van hun Oekraïense collega Dmytro Kuleba, die vanuit een schuilkelder in Kiev via videoconferentie deelnam aan een deel van de discussie. Minister van Buitenlandse Zaken Lahbib:  "België is vastbesloten Oekraïne te blijven steunen. We gaan daarom akkoord om opnieuw middelen vrij te maken voor militaire steun aan Oekraïne via het European Peace Facility. De EU zal ook zo’n 15.000 Oekraïense soldaten vormen en opleiden hier in Europa, wat we volledig steunen.”

 

Iran

De Raad boog zich ook over de mensenrechtensituatie in Iran, waaronder de gevolgen van de recente brand en het geweld in de Evin gevangenis afgelopen weekend, die België op de voet volgt. Ons land blijft eisen dat onze landgenoot die onterecht vast zit, wordt vrijgelaten. België blijft ook de Iraanse bevolking steunen in de eis z’n fundamentele rechten gegarandeerd te zien.  Minister Lahbib:  “De repressie en het moorddadige geweld van de Iraanse veiligheidstroepen - van Teheran tot Sanandaj - is onaanvaardbaar. Daarom heeft België, samen met andere EU-landen, het initiatief genomen voor te stellen aan de EU om Iraanse veiligheidsverantwoordelijken die betrokken zijn bij de repressie te sanctioneren.”

 

China

Ook de relatie tussen de EU en China werd besproken, in het licht van China’s toenemende assertiviteit op het internationale toneel en de positie die het inneemt tegenover het Russische regime. “China moet z’n ambigue positie ten opzichte van de oorlog in Oekraïne verlaten en z’n verantwoordelijkheid nemen tegenover het Russische regime dat wreedheden begaat in Oekraïne. Wie macht beoogt, moet ook de bijhorende verantwoordelijkheid opnemen”, aldus minister Lahbib.  

De minister betreurde ook dat het niet mogelijk is in de Mensenrechtenraad een beslissing te nemen om het rapport over Xinjiang te bespreken en verzocht de Raad zich te beraden over de follow-up die op Europees niveau aan dit rapport moet worden gegeven.

Voor België moet verder prioriteit worden gegeven aan diversificatie van onze partnerschappen en investeringen in belangrijke sectoren, om onze onafhankelijkheid van China te versnellen.

 

Ethiopië

De heropflakkering van geweld, de dramatische humanitaire toestand en de erg verslechterende veiligheidssituatie baren veel zorgen, met de vrees voor een spill-over in de regio. Minister Lahbib: “De EU moet manieren vinden om de kloof tussen Soedan, Ethiopië en Eritrea te overbruggen en een regionale brandhaard te voorkomen, die potentieel nog meer leed kan veroorzaken voor miljoenen mannen, vrouwen en kinderen. Het zou ook kunnen leiden tot een heropflakkering van het extremisme – met directe, zeer nefaste gevolgen voor de regio en bij uitbreiding voor de Europese Unie.” Ons land herhaalde ook z’n pleidooi voor de ‘Responsibility to Protect’ die elke overheid heeft tegenover z’n eigen bevolking, en de internationale gemeenschap die de plicht heeft op te treden als de eerste daarin faalt. Alleen een inclusieve en gemedieerde dialoog biedt een uitweg uit dit conflict.