Raad van de Ministers van Buitenlandse Zaken van 11 april: conclusies
Vandaag, maandag 11 april, was vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès in Luxemburg voor een Raad Buitenlandse Zaken. De besprekingen waren gewijd aan de huidige oorlog in Oekraïne en de laatste ontwikkelingen ter zake.
Internationaal Strafhof
De dag begon met een ontbijtvergadering tussen de Europese ministers, in aanwezigheid van de aanklager van het Internationaal Strafhof (ICC), dhr. Karim Khan. België is partij bij het Statuut van Rome en steunt het werk van het Hof, getuige de ontmoeting vorig jaar met de aftredende aanklager, mevrouw Fatou Bensouda, georganiseerd door België in het kader van het Belgisch voorzitterschap van de Benelux. In maart 2022 heeft België zich aangesloten bij andere landen die partij zijn, en opgeroepen tot een onderzoek naar alle gruweldaden die in Oekraïne zijn gepleegd. Tijdens de besprekingen herinnerde de vice-eersteminister aan het belang dat België hecht aan de onafhankelijkheid van het werk van het Hof, dat ook over voldoende middelen moet beschikken om zijn werk uit te voeren. België is vastbesloten zijn steun aan het Hof te versterken om diens werkzaamheden te vergemakkelijken. Wat het onderzoek naar de situatie in Oekraïne betreft en in het licht van de vele initiatieven, benadrukte Sophie Wilmès dat er hierbij een duidelijke en efficiënte organisatie moet komen.
Oorlog in Oekraïne
Tijdens de werksessie over Oekraïne heeft de Hoge Buitenlandvertegenwoordiger de EU-ministers deelgenoot gemaakt van zijn conclusies van zijn reis naar Kyiv vorige week. België blijft volledig solidair met Oekraïne, hetgeen tot uiting zal komen met de voortzetting van de steun aan de Oekraïners, met de nadruk op militaire uitrusting. België heeft ingestemd met de derde schijf van 500 miljoen euro die zal worden toegewezen aan de Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility).
Wat de consulaire aangelegenheden betreft, werkt Buitenlandse Zaken momenteel aan de voorbereiding van de heropening van de Belgische ambassade in Kyiv.
De vicepremier riep opnieuw op tot een voortzetting van de diplomatieke inspanningen om andere naties in de wereld ervan te overtuigen, druk uit te oefenen op Rusland voor een staakt-het-vuren en een terugtrekking van de troepen uit Oekraïne. Hiernaast is er nog de kwestie van de Russische propaganda, die zeer actief is op de sociale media, maar ook in contacten op hoog niveau tussen Rusland en derde landen. Sophie Wilmès: “Rusland aarzelt niet om leugens te gebruiken om zijn militaire agressie en invasie te rechtvaardigen. Nu probeert Rusland onze partners te beïnvloeden door te zeggen dat de risico's voor de mondiale voedselzekerheid verband houden met de Europese sancties en niet met de oorlog in Oekraïne. Het is echter Rusland dat de havens aan de Zee van Azov heeft gesloten en daardoor de graanexport blokkeert. We mogen ons niet tevreden stellen met het aanbrengen van concrete oplossingen voor de risico’s op onevenwichten - door bijvoorbeeld aan de landbouwproductie te werken en onze bevoorradingszekerheid te diversifiëren - maar we moeten ook operationele strategieën tot stand brengen om het Russische narratief te ontkrachten. Er zijn bijkomende inspanningen nodig.” Op dit punt is België voorstander van een proactieve strategie van de Europese Commissie.
Bij monde van zijn vicepremier heeft België opnieuw zijn steun betuigd aan het vijfde sanctiepakket tegen Rusland en Belarus; tegelijkertijd heeft het gepleit om nu reeds te anticiperen op de volgende reeks sancties, zonder taboes, en rekening houdend met de mazen in de wetgeving die nog moeten worden gedicht. Deze sancties moeten in een langetermijnperspectief passen en dus draaglijk zijn op de lange termijn.
Net als in haar tussenkomst bij de NAVO benadrukte Sophie Wilmès dat er rekening moet worden gehouden met de noden van de partnerlanden van de EU uit ons nabuurschap en deze van Rusland.
Mali
Mali was een van de andere onderwerpen die de Europese ministers hebben besproken. België houdt de situatie nauwlettend in de gaten. Ons land stelt een snelle achteruitgang van de situatie in het land vast, met name wat betreft de eerbiediging van de mensenrechten, naarmate de EU en haar lidstaten zich gedwongen terugtrekken. Deze ontwikkeling staat niet los van de aanwezigheid van de Russische groep Wagner. Daarom pleit ons land om een Europese aanwezigheid in Mali zo veel als mogelijk te behouden en voor een meer aanzienlijke steun aan de nationale rechtelijke mechanismen, in naam van de strijd tegen straffeloosheid. Meer in het algemeen heeft België, wat betreft de strijd tegen het terrorisme, opgeroepen tot een strategische reflectie over de versterking van een stabiliteitszone ten zuiden van de Sahel.