Toespraak ter gelegenheid van de 46e zitting van de Mensenrechtenraad
- Vrije vertaling -
Mevrouw de Voorzitter,
Mijnheer de Secretaris Generaal,
Mevrouw de Hoge Commissaris,
Excellenties, beste collega's,
Dames en Heren,
Het is mij een genoegen en een voorrecht om deze vergadering op hoog niveau te mogen toespreken. Hoewel ik mij volledig aansluit bij de verklaring van de Europese Unie, wil ik u graag de prioriteiten van de Belgische regering en enkele reflecties over de uitdagingen op het gebied van de mensenrechten waarmee wij vandaag worden geconfronteerd, overmaken.
De pandemie die de hele mensheid heeft getroffen, is een pijnlijke les in nederigheid. Deze crisis, die de ongelijkheden benadrukt, heeft ons herinnerd aan het belang van de mensenrechten en hun universaliteit. Zoals de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties eind januari voor de Algemene Vergadering zei, moet 2021 een jaar van mogelijkheden worden.
Ik ben ervan overtuigd dat de beste manier om uit de crisis te geraken erin bestaat het universele karakter van de mensenrechten te garanderen. Meer dan ooit moeten wij opnieuw bevestigen dat mensenrechten geen gunst zijn die staten verlenen. Ze zijn een verplichting voor iedereen, altijd. Ten aanzien van de meest kwetsbaren. Ten aanzien van hen die anders lijken. Ten aanzien van de meest kritischen ook.
Mevrouw de Voorzitter,
Dit universaliteitsbeginsel is duidelijk van toepassing op vrouwen en meisjes. Ik ben het met de Secretaris-Generaal eens dat gendergelijkheid wellicht 's werelds grootste uitdaging op het gebied van de mensenrechten is. Meer dan 25 jaar geleden hebben wij ons ertoe verbonden moedige stappen te zetten om dit doel te bereiken. Hoewel we vooruitgang hebben geboekt, moeten we duidelijk zijn: geen enkel land is erin geslaagd. De COVID-19 crisis tast de rechten van vrouwen en meisjes op alle gebieden aan, en vrouwen zijn vaak ondervertegenwoordigd in de besluitvorming als reactie op de crisis.
In dit jaar waarin de Wereldconferentie tegen racisme 20 jaar bestaat, worden nog te veel mensen gediscrimineerd op grond van hun ras, etnische afstamming, huidskleur of godsdienst. Wij moeten onze krachten bundelen om de plaag van het racisme, dat de fundamentele gelijkheid van alle mensen in gevaar brengt, te verslaan. België stelt alles in het werk om zijn Nationaal Actieplan tegen racisme te ontwikkelen. Wij zijn verheugd met de organisatie van een paneldiscussie over dat thema tijdens deze zitting.
België zal ook deelnemen aan de bijeenkomst op hoog niveau over de kwestie van de doodstraf, omdat het grote voorstander is van de wereldwijde afschaffing van de doodstraf. Het recht op leven is het meest fundamentele recht, een voorwaarde zonder welke het genot van andere rechten zinloos zou zijn. Daarom zal België, samen met andere staten, een nieuwe resolutie over de kwestie van de doodstraf indienen bij deze hoge vergadering in september.
Mevrouw de Voorzitter,
Mijn land staat volledig achter deze Raad en zijn instrumenten. Het systeem van de Speciale Procedures is van het allergrootste belang. Zij zijn als het ware de ogen en oren van de internationale gemeenschap: door hun vroegtijdige waarschuwingen staan zij de Raad bij in zijn preventieve opdracht. In dit verband is het van het grootste belang dat hen de mogelijkheid wordt geboden bezoeken ter plaatse af te leggen. Mijn land heeft de Speciale Procedures een permanente uitnodiging gestuurd; ik moedig degenen die dat nog niet hebben gedaan, aan hetzelfde te doen.
Het maatschappelijk middenveld is op zijn beurt ook een belangrijke actor bij de bevordering en de eerbiediging van de mensenrechten. In vele delen van de wereld staat zijn rol vandaag onder druk. De ruimte voor kritische stemmen om zich te uiten wordt kleiner, en het aantal gerichte rechtstreekse aanvallen tegen mensenrechtenverdedigers neemt toe. Het is van essentieel belang om de verdediging van de verdedigers te verzekeren. België is, samen met zijn partners van de Europese Unie, meer dan ooit geëngageerd om hen te steunen.
Mevrouw de Voorzitter,
België heeft zich ertoe verbonden te zorgen voor samenhang tussen zijn internationaal optreden en de eerbiediging van de mensenrechten binnen zijn grenzen. Daarom zal ik begin mei in het kader van de universele periodieke doorlichting de staat van dienst van België op het gebied van de mensenrechten voorstellen. Deze interactieve oefening is zeer nuttig om de mensenrechtensituatie in alle lidstaten van de VN zonder onderscheid te bekijken.
Deze inzet voor de interne implementatie van onze waarden is mijns inziens ook de beste basis voor de internationale dialoog over de mensenrechten die wij willen voeren. Binnen deze Raad zal deze dialoog verschillende vormen aannemen: uitwisseling van best practices, technische samenwerking over specifieke onderwerpen, maar ook, wanneer de situatie het vereist, de veroordeling van ernstige of systematische schendingen of misbruiken van de mensenrechten.
Tot slot wil ik nogmaals het engagement van België ten aanzien van deze Raad bevestigen. Ik hoop dat de kandidatuur van mijn land om lid te worden van de Raad voor de periode 2023-2025 goed zal worden onthaald door de regeringen hier vertegenwoordigd.
Dank u.
