Informele Raad van de Ministers van Buitenlandse Zaken van 27 mei: conclusies
Vandaag, donderdag 27 mei, zijn vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès en haar collega-ministers op uitnodiging van het Portugese voorzitterschap bijeen gekomen in Lissabon voor een Gymnich, een halfjaarlijkse informele Raad Buitenlandse Zaken. De ministers hebben het – onder meer in aanwezigheid van hun Jordaanse ambtsgenoot - gehad over actuele dossiers als het vredesproces in het Midden-Oosten en de situatie in Belarus. Verder ging het over de relatie EU-Afrika, de onopgeloste conflicten in het oosten van Europa en de Indo-Pacific.
Belarus
De ministers van Buitenlandse Zaken hebben de evolutie besproken in de zaak van de gedwongen landing van een civiel vliegtuig in Minsk, Belarus, en de arrestatie van Roman Protasevitch, een onafhankelijk journalist, en zijn vriendin Sofia Sapega door de plaatselijke autoriteiten. Net zoals de Europese Raad in haar conclusies veroordeelde Minister van Buitenlandse Zaken Wilmès krachtig de feiten en convoceerde de ambassadeur van Belarus. Binnen de Raad was er sterke wil om voort te maken met verschillende types sancties en is er een stand van zaken opgemaakt van de technische voortgang voor de uitvoering ervan. Sophie Wilmès: “Dit is, helaas, een nieuw signaal van de voortdurende repressie van het Loekasjenko-regime. Het onderstreept eens te meer de noodzaak om onze inspanningen op te voeren om schendingen van de mensenrechten te bestraffen en de bevolking van Belarus, die voor zijn rechten strijdt, te ondersteunen. Er moet dringend een nieuw sanctiepakket worden aangenomen met maatregelen die voldoende impact hebben, zoals sectoriële economische maatregelen.”
Vredesproces Midden-Oosten
Op initiatief van België heeft een groep lidstaten de vraag gesteld om terug te komen op de laatste ontwikkelingen in het Midden-Oosten na het einde van de vijandelijkheden tussen Israël en de Palestijnen, een onderwerp dat ze – toen al op initiatief van België – eerder behandeld hadden in een buitengewone Raad Buitenlandse Zaken op 18 mei jl.
België verwelkomt het einde van de vijandelijkheden, maar benadrukt dat het duurzaam moet zijn. “De vijandelijkheden beëindigen is niet genoeg - veiligheid is nog geen vrede. Vandaag zijn we nog heel ver weg van een politieke oplossing. Er moet onderhandeld worden over een nieuwe politieke horizon, en daarin heeft de EU een rol te spelen. Niet om de oplossing op een presenteerblad aan te bieden, maar om de partijen te begeleiden en zodoende het vredesproces te bevorderen. We moeten onze relaties met beide partijen onder de loep nemen om hen te steunen de vredesonderhandelingen te hervatten. Ik hoop dat we dat zullen blijven doen en errond zullen blijven werken.”
Uitwisseling met de Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken
De ministers wisselden verder van gedachten met hun Jordaanse ambtsgenoot Ayman Safadi over duurzame vrede in het Midden-Oosten en hoe die te bereiken. Sophie Wilmès: “We zijn ervan overtuigd dat het noodzakelijk is opnieuw een politieke horizon te creëren”, aldus Sophie Wilmès. Ze vervolgt: “We waarderen de inspanningen van Jordanië, aan de zijde van Egypte, om de voorwaarden te scheppen om de dialoog tussen de partijen te herstellen en het vertrouwen weer op te bouwen. Het is tijd om samen te werken met de Verenigde Staten, om het Kwartet te revitaliseren op ministerieel niveau, met het oog op het herstarten van een onderhandelingsproces.”
De aanwezigheid van de Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken Ayman Safadi gaf de Raad ook de gelegenheid verschillende actuele regionale dossiers te bespreken, waaronder de situatie in Syrië en de strijd tegen Daesh. Als joint partner in de coalitie tegen Daesh heeft minister Wilmès haar Jordaanse ambtsgenoot en zijn land bedankt voor zijn steun aan de Belgische militairen in het land gestationeerd zijn in het kader van operatie Inherent Resolve, en haar hoop uitgedrukt dat ons gezamenlijk engagement zal bijdragen tot de uitroeiing van Daesh.
De ministers hadden het verder over de situatie in Syrië, waar er gisteren (26 mei) presidentsverkiezingen waren. Voor België beantwoorden die aan geen enkel criterium van echt democratische verkiezingen en dragen ze ook geenszins bij tot de oplossing van het conflict.
Relatie EU-Afrika
De ministers hebben ook een stand van zaken opgemaakt van de bredere relaties tussen de EU en Afrika, ter voorbereiding van de zesde EU-AU (Afrikaanse Unie) Top die voorzien is voor begin volgend jaar. Afrika neemt, onder meer door zijn historische band met ons land, een centrale plaats in het Belgisch buitenlands beleid. Voor België is er een momentum om de relatie met het Afrikaanse continent te resetten en er een echt partnerschap tussen gelijken van te maken, onder meer gebaseerd op gedeelde verantwoordelijkheid en belangen. “Onze Afrikaanse partners willen de pandemie aanpakken en ervoor zorgen dat hun economieën herstellen van de covidschok. We hebben nu de kans om te tonen dat we de juiste partner zijn om dat te doen. We moeten ook onze kernwaarden en principes - mensenrechten, democratie, goed bestuur, respect voor de rechtsstaat - efficiënt promoten en tonen wat ze mensen concreet kunnen opleveren. Zo ontkrachten we ook de mythe dat de modellen die andere grote actoren voorstellen interessanter zijn”, aldus Sophie Wilmès.
Wat ons daarbij kan en zal helpen, is strategische communicatie. “Zij het qua investeringen, zij het qua ontwikkelingshulp - we zijn de belangrijkste partner van Afrika. Maar het is niet voldoende om te investeren en goed te doen, we moeten er ook goed over communiceren en bereid zijn te investeren in die communicatie.”
Onopgeloste conflicten
De ministers hebben het ook gehad over het EU-engagement in onopgeloste conflicten in het oosten van Europa. Het gaat om de conflicten in Transnistrië (Moldavië), Abchazië en Zuid-Ossetië (Georgië), Nagorno-Karabach (Armenië en Azerbeidzjan) en in Oost-Oekraïne, waar het conflict ‘bevroren’ is, maar nog wel kan opflakkeren, zoals in de laatste twee gevallen. Eén van de gemene delers in de conflicten is de betrokkenheid van Rusland. “Dat is de reden dat onze interactie met Rusland essentieel is, zowel op bilateraal niveau als in multilaterale fora”, aldus Sophie Wilmès. “Ook bij het bezoek van mijn Nederlandse en Luxemburgse collega en mezelf aan Oekraïne, hebben we vastgesteld dat er alleen vooruitgang kan worden geboekt door middel van een dialoog in de bestaande structuren (Normandië Format en Trilaterale Contactgroep). De EU moet er ook op blijven aandringen dat de verbintenissen worden nagekomen, zowel door Rusland als door Oekraïne. België roept ook andere lidstaten en leden van de Commissie om op het terrein te gaan en onze strategische boodschappen rechtstreeks over te brengen aan de bevolking. We moeten het politieke veld weer opeisen.”
Indo-Pacific
Tot slot hebben de ministers van Buitenlandse Zaken nog gesproken over de samenwerking in de Indo-Pacific. Ter voorbereiding van de uitwerking van een EU-strategie voor de regio (september 2021), hebben de ministers hun prioriteiten uiteen gezet.
België ondersteunt die EU-strategie voor een regio die van toenemend strategisch belang is, ook voor België, in het bijzonder op vlak van economie, handel, connectiviteit en klimaatverandering. Als open economie hecht België veel belang aan vrije handel en de vrijheid van scheepvaart en maritieme veiligheid. Samenwerking via bestaande partnerschappen (Japan, ASEAN, India) en met andere landen is essentieel om de strategische belangen van de EU in deze regio beter te behartigen.