Persbericht

Raad van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken van 21 juni: conclusies

Vandaag, maandag 21 juni, zijn vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès en haar collega-ministers bijeen gekomen in het Groothertogdom Luxemburg voor een Raad Buitenlandse Zaken. De Raad werd vooraf gegaan door een werkvergadering met oppositieleider Sviatlana Tsikhanouskaya uit Belarus. Daarna hebben de ministers het onder elkaar gehad over de evolutie in Belarus en de situatie in Latijns-Amerika en in Irak, onder meer in aanwezigheid van hun Iraakse ambtsgenoot. Bij de actuele dossiers zijn onder meer het vredesproces in het Midden-Oosten, Turkije en Ethiopië besproken.

Belarus

De ministers van Buitenlandse Zaken hebben de evolutie besproken in de zaak van de gedwongen landing van een civiel vliegtuig in Minsk, Belarus. Op 24 en 25 mei heeft de Europese Raad de hijacking van de Ryanairvlucht krachtig veroordeeld, en opgeroepen tot een aantal maatregelen als reactie daarop. Zo is op 4 juni een vliegverbod ingegaan – het EU-luchtruim mag niet meer overvlogen worden door luchtvaartmaatschappijen uit Belarus, en er wordt hen ook de toegang geweigerd tot EU-luchthavens.

Vandaag hebben de EU-ministers van Buitenlandse Zaken een vierde sanctiepakket aangenomen tegen 78 individuen en 8 entiteiten. Ze deden dat niet alleen als reactie op de gedwongen landing, maar ook op de toegenomen schendingen van de mensenrechten en het wijdverbreide gebruik van repressie en foltering. “Onaanvaardbare schendingen van de fundamentele vrijheden, onderdrukking van onafhankelijke stemmen, detentie van intussen bijna 500 politieke gevangenen en acties die strijdig zijn met internationale normen zullen altijd ernstige gevolgen hebben. De EU heeft eensgezind gereageerd met sancties tegen de plegers van mensenrechtenschendingen”, aldus Sophie Wilmès.

Tijdens de werkvergadering met oppositieleidster Sviatlana Tsikhanouskaya – met wie minister Wilmès gisteren al een onderhoud had - bespraken de ministers de delicate balans tussen het regime klappen toebrengen met sancties en de bevolking zoveel mogelijk sparen. “We moeten streng genoeg zijn om een reële democratische transitie op gang te brengen in Belarus. Daarnaast staan we ook aan de kant van de bevolking, die we de best mogelijke steun moeten blijven geven. Net als het maatschappelijk middenveld en de onafhankelijke media en journalisten die dapper hun werk blijven doen. We zijn bereid die steun nog op te voeren als er in Belarus een democratische transitie op gang komt”, aldus minister Wilmès. 

Irak

Samen met verschillende lidstaten pleitte België ervoor om Irak op de agenda van de Raad Buitenlandse Zaken te plaatsen. De stabiliteit van Irak is van belang voor de regio en voor Europa. België wenst dat de EU een pro-actievere, politieke rol speelt, en dus méér wordt dan enkel een donor en assistentieverlener. Zo is EU-steun aan de vervroegde parlementsverkiezingen in oktober voor ons land een must. Sophie Wilmès: “De organisatie van vrije en faire verkiezingen in Irak, met een volwaardige participatie van vrouwen, is een belangrijke stap richting stabiliteit. Deze moeten geloofwaardig zijn. Het is daarom cruciaal dat de EU, samen met de VN, technische assistentie verleent en een verkiezingswaarnemingsmissie stuurt.” Voor ons land blijft ook steun in de strijd tegen Daesh noodzakelijk. België zet in het kader van de Coalitie 4 F-16 jachtvliegtuigen in die opereren vanuit Jordanië.

Daarna sloot de Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, dhr Fouad Hussein aan bij de discussie. Minister Wilmès - die het woord nam uit naam van ons land, Spanje, Luxemburg en Ierland – steunde Irak, en premier Kadhimi in het bijzonder, bij zijn inspanningen om Saudi-Arabië en Iran dichter bij elkaar te brengen. “Wij steunen uw inspanningen en zijn ervan overtuigd dat het voor de Golfstaten en Irak van essentieel belang is hun betrekkingen verder te ontwikkelen.” Minister Wilmès benadrukte verder dat ons land, Spanje, Luxemburg en Ierland de Iraakse regering aanmoedigen een hervormingsagenda te implementeren. “Inspelen op de legitieme aspiraties van het Iraakse volk betekent blijven werken aan het bestrijden van corruptie en straffeloosheid, meer inzetten op het respect voor de mensenrechten en ervoor zorgen dat alleen de overheid het veiligheidsmonopolie heeft.”

Latijns-Amerika en de Caraïben

Het derde hoofdpunt op deze Raad Buitenlandse Zaken was Latijns-Amerika, dat gebukt gaat onder de pandemie, die ook een zware tol legt op de economie en het sociale weefsel. Daardoor besliste EU eerder al de banden met de regio te versterken. De huidige discussie lag in het verlengde daarvan. “De LAC-landen moeten goed weten dat ze in de EU een betrouwbare partner hebben”, aldus minister Wilmès. “We moeten hen steunen bij de bestrijding van corruptie, georganiseerde criminaliteit en drugshandel, wat de levens van mensen ter plaatse en ook hier bij ons zwaar ontwricht en onze economieën ondermijnt.” De minister had het verder over de situatie in Colombia, dat al twee maanden lang het toneel is van massale demonstraties tegen het bezuiningsbeleid van de regering Duque en de bloedige repressie ervan: “In Colombia moet het geweld ondubbelzinnig worden veroordeeld. De EU moet de autoriteiten oproepen tot terughoudendheid en respect voor de mensenrechten, en actief met alle belanghebbenden blijven samenwerken om de dialoog aan te moedigen, de spanningen te verminderen en oplossingen te vinden voor de huidige crisis.”

Vredesproces Midden-Oosten

Hoog Buitenlandvertegenwoordiger Borrell heeft ook verslag uitgebracht van de inspanningen van de Speciaal Gezant van de EU voor het vredesproces in het Midden-Oosten, de Nederlander Sven Koopmans. Koopmans heeft bij zijn bezoek aan de regio gemerkt dat de situatie zeer fragiel is en het geweld op elk moment opnieuw kan oplaaien. Koopmans pleit voor meer samenhang in het optreden van de verschillende EU-instellingen en lidstaten om zo de invloed en de reële impact van de EU te vergroten - een aanpak die België steunt. “Meer samenhang in het optreden van de EU betekent ook dat de verschillende hefbomen  waarover de EU beschikt, actiever ingezet moeten worden”, aldus minister Wilmès. Ze herhaalde nogmaals dat de EU daartoe z’n bilaterale relaties met beide partijen moet herbekijken: “We moeten onze relaties met beide partijen onder de loep nemen om hen via stimulerende en ontmoedigende maatregelen op het pad van de dialoog te brengen – een conditio sine qua non voor vrede”. België steunt trouwens ook de inspanningen van de Speciaal Gezant voor de revitalisering van het Kwartet, waarbij ook de landen uit de regio nauw moeten worden betrokken.

Turkije

In het licht van het debat op de komende Europese Raad, hebben de EU-ministers van Buitenlandse Zaken de relatie EU-Turkije besproken. De ministers hadden in maart al een aantal domeinen afgesproken waar de EU bereid is haar samenwerking met Turkije te versterken  zolang Turkije verder zou de-escaleren in de Oostelijke Middellandse Zee. “Het Turkse engagement moet wel duurzaam zijn en ondersteund door echte verbintenissen van de kant van Turkije”, aldus Minister Wilmès. Voor België is ook het hernemen van de Grieks-Turkse dialoog bemoedigend, net als de positievere retoriek tegenover de EU. “We moeten de dynamiek van de afgelopen zes maanden behouden en verder werken aan een positieve agenda in domeinen waar er gemeenschappelijke belangen zijn. We verwachten van Turkije dat het zich blijvend engageert.” Ook de mensenrechtensituatie in Turkije blijft voor ons land een belangrijk aandachtspunt. 

Ethiopië

De Raad is verontrust over het feit dat de aangekondigde verkiezingen in Ethiopië van vandaag (en waar het vandaag niet kan, in september) zullen plaatsvinden in een context van toenemende instabiliteit en etnische spanningen. De engagementen die de regering zou opnemen, concretiseren zich niet en de situatie in Tigray is uiterst zorgwekkend, vooral omdat er veel te weinig toegang is voor humanitaire hulp en dat er vermoedens zijn dat honger als oorlogswapen wordt gebruikt.

Zoals de minister al meermaals ter sprake heeft gebracht, zowel tegenover haar Ethiopische ambtgenoot eind vorig jaar als op de Raad, moet voor ons land de kwestie van de humanitaire toegang dringend en definitief worden opgelost. “Er moet ook dringend een humanitair staakt-het-vuren worden afgekondigd om te vermijden dat er niet gezaaid en later dus ook niet geoogst kan worden. We moeten de Ethiopische autoriteiten ook blijven herinneren aan hun verantwoordelijkheid om hun bevolking te beschermen en een einde te maken aan misbruiken en schendingen van mensenrechten, onder meer het inzetten van seksueel geweld als oorlogswapen, waartoe we eergisteren, op de Internationale Dag voor de Uitbanning van Seksueel Geweld in Conflict, nog toe hebben opgeroepen.”